Categorieën

Service

IC-verpleegkundige: 'Elk moment kan het te veel zijn'

IC-verpleegkundige: 'Elk moment kan het te veel zijn'
Gezond

IC-verpleegkundige: 'Elk moment kan het te veel zijn'

  • Herman van Nieuwenhuizen
  • 05-11-2020
  • Gezond
IC-verpleegkundige: 'Elk moment kan het te veel zijn'
REGIO – In 1996 startte hij met de opleiding voor verpleegkundige in het voormalige Holy ziekenhuis. Later volgde ook nog de specialisatie voor ic-verpleegkundige in het Reinier de Graafziekenhuis in Delft. Vlaardinger Rob de Graaf stond er lang mee aan het bed, maar besloot toch een andere richting uit te gaan. Wel in de zorg maar dan als trainer volgens de Lean Six Sigma methodiek: anderen leren hoe je problemen het beste kunt aanpakken en arbeidsprocessen beter kunt inrichten. En dan vooral gericht op het plaatsen van de patiënt op de eerste plaats. Want dat zorghart, dat bleef.

Sinds maart dit jaar is Rob weer terug op de werkvloer. Eerst weer als IC-verpleegkundige en na korte tijd werd hij teammanager van de intensive care afdelingen in het Sint Franciscus Gasthuis en het Vlietland ziekenhuis. We spraken afgelopen zondag met hem over corona, crisis en zorg voor mensen. En hoe het daar nu is, in ‘Coronatijd’.

,,Druk, eigenlijk meer dan druk. Dit hebben we nooit eerder zo meegemaakt’’, zo vertelt Rob. ,,De meeste plekken voor mensen die besmet zijn met het Covid-19 virus bevinden zich in het Sint Franciscus Gasthuis, maar ook zijn er een aantal in het Vlietland ziekenhuis in Schiedam. Ik ben vaker in Rotterdam aan het werk, waar we in ‘het Gasthuis’ alles proberen te concentreren. Ik begin mijn dag tussen half zeven en zeven uur ’s ochtends en die dag gaat aan één stuk door tot ik rond zes uur ’s avonds naar huis ga. En de hele dag gebeurt er van alles, er is niet ergens even een moment van rust. Je hebt met een heel grillig aanbod van Coronapatiënten te maken. Het ene moment heb je veel opnames en het andere moment minder, maar dat betekent dan niet dat het op dat moment rustiger is.’’

Alles en iedereen is nodig

,,Alles en iedereen is nodig, meer dan het gebruikelijke aantal personeelsleden dat nodig is op de intensive care. Een IC-verpleegkundige had een caseload van twee patiënten voordat deze crisis begon. Daar ging alle aandacht en zorg naar uit van die collega. De situatie nu is zo totaal anders, waarbij er van alle kanten ondersteuning nodig is, veel extra handen aan het bed. Er zijn anesthesiemedewerkers, verpleegkundigen van andere opleidingen en afdelingen, het is zo ongelooflijk druk met al die mensen. Als dan een aantal collega’s uitvallen omdat ze besmet raken dan is dat verschrikkelijk. Voor die collega zelf natuurlijk, maar ook voor de patiënten en de zorg hier vanwege die extra uitvallers. Gelukkig zijn er de laatste maanden niet meer besmettingen onder de medewerkers op de Intensive Care, maar het hakte er eerder wel in.’’

Had Rob achteraf niet liever op veilige afstand gebleven? Hij had zich als trainer misschien kunnen richten op andere sectoren en wachten tot deze ‘storm’ voorbij was? ,,Nee, helemaal niet’’, zo vervolgt Rob resoluut. ,,Toen die eerste golf kwam dit voorjaar heb ik direct mijn oude ziekenhuis gebeld, het Reinier de Graaf in Delft, om te kijken of ze me daar konden gebruiken. Het is iets anders gelopen, want iemand in mijn netwerk kreeg er ‘lucht van’ dat ik beschikbaar was. En die heeft de mensen in het Sint Franciscus gasthuis getipt. Die namen kort daarna contact op en toen ging het snel. Ik liep eerst drie maanden mee als IC-verpleegkundige. Het was niet heel lang geleden dat ik aan het bed stond in die functie  maar desondanks toch wel spannend: Zou ik het nog kunnen? Kennis en vaardigheden kwamen gelukkig al snel weer terug en eigenlijk verraste me dat best wel. Als verpleegkundige wilde ik altijd de zorg verbeteren maar ik liep ook vaak tegen bestuurlijke muren op. Als trainer begeleidde ik individuen en teams, onder meer om dit te doorbreken en als teammanager nu combineer ik dat in deze crisis; samen de best mogelijke zorg geven in deze crisis en dat dan managen. Ik heb altijd heel bewuste keuzes gemaakt en met de eerste coronagolf werd dat vuurtje ook weer aangewakkerd, het is ook zo’n mooi vakgebied. En mooi is ook weer het in contact zijn met de collega’s. Aan het begin van elke dienst probeer ik met iedereen contact te leggen, een praatje te maken over hoe het gaat. Hoe lastig dat soms ook is in alle hectiek. Het is echter wel het belangrijkste, die onderlinge verbondenheid en er samen voor gaan.’’

Meer patiënten dan bedden

,,Het water staat ons nu tot de lippen, het aanbod is heel grillig en dan kan het vandaag of morgen zo zijn dat je teveel patiënten aangeboden krijgt. Een moment dat je eigenlijk niet wil meemaken, meer patiënten dan dat je aan beschikbare bedden hebt. Het probleem is vaak dat mensen van wie de medische toestand verergert in je eigen ziekenhuis moeilijk verplaatsbaar zijn, en het kan snel gaan. We proberen voor iedere situatie op voorhand al een noodplan te hebben, dat je dan bijvoorbeeld ook weet waar je met de patiënt naar toe kan. En als we dan als team de dag goed doorgekomen zijn dan mogen we daar best trots op zijn. Dat waren we ook aan eind van de eerste golf, toen de eerste patiënten van de intensive care afgingen.’’

,,Fysiek is het zwaar nu, als IC-verpleegkundige sta je de hele dag ‘aangekleed’ in beschermende kleding, en die doe je niet snel even uit en weer aan. Dat moet zorgvuldig en daar heb je gewoonweg vaak geen tijd voor, de zorg gaat door. Je moet daarbij ook al die collega’s aansturen. Het is niet gewoon even een korte tijd hard doorlopen, nee, je loopt een marathon en de finishlijn is nog niet in zicht. De ongelooflijke hoeveelheid mensen die je er alleen al ziet, nodig om de boel te kunnen draaien. Afgelopen week kwamen ze vanuit de media om hier een reportage over te maken en zouden we een stukje gaan filmen, maar het liep anders. Ik moest stoppen en patiënten op gaan vangen, er was gewoon nergens anders tijd en aandacht voor.

Dit voelt veel zwaarder dan de eerste golf

We hopen zó erg dat dit snel voorbij gaat, ik kan me ook heel goed voorstellen dat mensen Corona-moe zijn, en dat zijn wij ook. We zagen tegen de tweede golf op want we waren nog niet goed bijgekomen van die eerste golf, van die vermoeidheid. Dit voelt dan ook een stuk zwaarder dan de eerste golf, en het wordt ook steeds moeilijker om ook de reguliere zorg aan te houden. Te zorgen dat ook dat zoveel mogelijk door kan gaan.

In de eerste golf werden we wat meer zichtbaar en merkbaar gesteund, vaak op een ontzettend hartverwarmende manier. Mensen boden hulp aan, brachten kadootjes of chocola en kinderen kwamen met tekeningen en knuffels.  Dat lijkt er nu wat minder te zijn, maar we doen het niet voor de cadeaus hoor! Willen we dit echter met elkaar nog goed volhouden dan zou het fijn zijn om nog meer te voelen dat de mensen achter ons staan. We willen niet gezien worden als de boeman, en in een enkel geval lijkt het daar soms wel op. Laten we het samen doen en nog belangrijker: laten mensen proberen zoveel mogelijk te zorgen dat ze niet besmet raken. Dan gaat het hier ook steeds beter.’’