Categorieën

Service

Dodenherdenking in Maassluis anders dan anders

Dodenherdenking in Maassluis anders dan anders
Nieuws

Dodenherdenking in Maassluis anders dan anders

  • Redactie
  • 05-05-2020
  • Nieuws
Dodenherdenking in Maassluis anders dan anders
MAASSLUIS - Zoals bijna alles tijdens deze coronacrisis was ook de dodenherdenking bij het monument in Maassluis op 4 mei anders dan anders. Zonder dat daar publiek bij aanwezig was legden burgemeester Edo Haan en wethouder Corine Bronsveld, na de 2 minuten stilte, een krans bij het monument in het Julianaplantsoen. Daarna las Harmen Mooibroek van Veteranen Maassluis zijn gedicht VredesSoldaat voor en hield burgemeester Haan het tweede deel van zijn toespraak..

Herdenkingsbijeenkomst
Eerder was er in de Groote Kerk een herdenkingsbijeenkomst waar eerst burgemeester Haan sprak en vervolgens Riekje Nieuwstraten. Zij is de dochter van de Vlaardingse Geus Piet Nieuwstraten en lid van de Stichting Geuzenpenning.

Van de kranslegging bij het monument en het herdenkingsprogramma in de Groote Kerk is een videoregistratie gemaakt. De gemeente laat weten dat door technische problemen het nog niet mogelijk is deze film via YouTube te delen.

Toespraak burgemeester
Burgemeester Edo Haan gaf onderstaande toespraak bij het oorlogsmonument aan het Julianaplantsoen in Maassluis:

Geachte dames en heren, jongens en meisjes,

Net stond ik alleen in de Groote Kerk en nu sta ik hier alleen bij het Oorlogsmonument. Ik vertelde dat ik trots ben op alle Maassluizers, zoals jullie je door deze coronacrisis heenslaan en hoe de Maassluizers elkaar steunen. En ook hier voel ik de verbondenheid met u thuis, ik sta hier alleen fysiek alleen. 

De coronacrisis zorgt voor onzekerheid, bijvoorbeeld als een familielid wordt opgenomen op de I.C. Die onzekerheid speelde zeker ook in de oorlog.  Sommige Maassluise families moesten jarenlang in onzekerheid leven omdat hun echtgenoot, vader, broer, oom of neef voor de geallieerden op zee voeren. Mondjesmaat kon er via het Rode Kruis wel eens een levensteken worden gegeven.

Ik wil stilstaan bij één familie, als voorbeeld van de andere Maassluise families die getroffen werden door de oorlog, de familie De Baar.

Johannes Cornelis de Baar, Jan, woont met zijn gezin aan de Haven, hij is in de jaren voor de oorlog een bekendheid. Samen met twee andere sleepbootkapteins heeft hij in 1931 het Wellington-dok naar Nieuw-Zeeland gebracht. Kapitein B.K. Weltevreden op de Witte Zee, kapitein B. ’t Hart op de Zwarte Zee; kapitein De Baar houdt alles in de gaten vanaf het dok zelf. De gehele bemanning komt uit Maassluis.

Het is in 1931 de grootste sleepreis ooit, een huzarenstukje van bijna 14.000  zeemijlen, het dok is 178 meter lang en ze moeten laveren door verraderlijke wateren. Wanneer het konvooi in Nieuw-Zeeland op 29 december 1931 behouden aankomt wapperen in Maassluis vanaf het kantoorgebouw van Smit en de sleepboten in de haven zowel de Nederlandse driekleur als de blauw witte vlaggen van Smit & Co. 

Maassluis is trots op haar helden, foto’s van de drie kapiteins staan in de landelijke kranten; 31 jaar is Jan de Baar dan slechts. Een absolute triomf voor L. Smit & Co Internationale Sleepdienst, de drie Maassluise kapiteins en de Maassluise bemanningen.

Negen jaar later, op 14 mei 1940, vaart Jan de Baar op de Hare Majesteit BV 34, vóór de oorlog ‘Noordzee’ geheten. De zeesleper is door de Nederlandse regering van Smit & Co in augustus 1939 gevorderd vanwege de oorlogsdreiging en voert sindsdien op zee bewakingsdiensten uit. De oorlog is in Nederland op die 14de mei vier dagen oud, op diezelfde dag wordt Rotterdam gebombardeerd. Iemand ziet een reddingsvlot op zee drijven en De Baar zorgt ervoor dat zijn schip drie Noren uit het water vist, hun schip is door de Duitsers tot zinken gebracht.

Maar even later loopt zijn eigen schip tussen Vlissingen en Zoutelande op een magnetische mijn. Jan de Baar en zeventien bemanningsleden gaan met het schip ten onder. Twee anderen kunnen door een Britse torpedobootjager worden gered. Later spoelen nog twee lichamen aan, de andere zestien, onder wie kapitein De Baar, krijgen een zeemansgraf. 

Zijn weduwe In Maassluis zal de jaren daarna constant in onzekerheid verkeren. Misschien leeft hij nog, misschien is hij ook wel door een schip uit het water gevist en is hij daarna naar Engeland overgebracht? Dat kan toch? Het is al vaker gebeurd. Na de Bevrijding blijft ze daarom de binnenlopende schepen in de haven van Maassluis in de gaten houden, ze blijft hoop houden. Ook nog lang na de oorlog, herinnert haar kleinzoon Jan de Baar zich; hij is vernoemd naar zijn gesneuvelde opa. Haar stoel is altijd gericht naar het raam, zodat ze meteen haar man kan zien als hij thuis zou komen. 

Maar haar man komt niet thuis, nooit meer. Ook zijn lichaam is spoorloos. Zijn naam staat wel op de Namenwand waarop de Maassluise oorlogsslachtoffers staan vermeld, maar ook in Rhenen is aandacht voor zijn offer. Daar is in 2005 op het Militair Ereveld Grebbeberg een monument onthuld voor alle Nederlanders die in de meidagen zijn gesneuveld en van wie geen graf bekend is. Verder hebben we in Maassluis een straat vernoemd naar de gezonken zeesleper, Noordzee.

Dames en heren, jongens en meisjes, we zullen zijn offer voor de vrijheid nooit vergeten. Want wij weten allemaal maar al te goed dat onbezorgd in vrijheid leven nooit vanzelfsprekend is.

Ik dank u voor uw aandacht.