Maassluizers niet erg 'overstapperig' qua ziektekostenverzekering

MAASSLUIS - Niet meer dan 5,1 procent van de Maassluizers is voor afgelopen jaarwisseling veranderd van ziektekostenverzekeraar. Dat zijn er, in vergelijking met andere gemeenten in het land, weinig.

Het zijn de Zeeuwsch-Vlaamse gemeenten Terneuzen, Hulst en Sluis waar mensen het minst kozen voor een nieuwe verzekeraar. Dat was daar drie procent of iets minder. In Utrecht wonen de Nederlanders die het vaakst dachten bij een andere verzekeraar beter af te zijn - en de daad bij het woord voegden: 12,1 procent stapte over. In Urk was dat twaalf procent. Dit blijkt uit cijfers verzameld en geordend door marktonderzoeker Vektis.

Nu heeft het relatief geringe aantal overstappers naar een andere ‘onderlinge’ te maken met het hoge marktaandeel dat DSW in onze stad heeft. Bij DSW veranderde er afgelopen maanden niet zo veel, in ieder geval waar het gaat om het aantal verzekerden: een groei van 0,6 procent. Dochterbedrijf Stad Holland/Stad Rotterdam zag het aantal verzekerden met 2,6 teruglopen. Een kleine 780.000 mensen zijn nu bij de Schiedamse verzekeraar en het dochterbedrijf aangesloten. 

Daar waar de marktleider niet sterk groeit of krimpt, zullen relatief ook weinig veranderingen in de markt zijn, dus weinig overstappers, zegt de logica.

Dat beeld wordt gestaafd door de cijfers van de andere gemeenten waar DSW/Stad Holland groot is: in de Waterwegregio en in het Westland, Delft en Pijnacker-Nootdorp is de maatschappij de grootste. En in de gemeenten verwisselden relatief ook weinig mensen van ziektekostenverzekeraar: in Vlaardingen vijf procent, in Schiedam 5,4%, in het Westland 5,5%, in Pijacker-Nootdorp zeven procent en in Delft 7,2 procent.

Het Nederland gemiddelde ligt op zeven procent. In Rotterdam stapte 7,1% over, in Den Haag 7,4% en in Amsterdam acht procent. 

Het aantal overstappers in Nederland was iets lager dan in de twee voorgaande jaren, maar meer dan in de meeste van de jaren sinds 2006. Dat was het jaar dat de Ziektekostenwet inging en het verschil tussen ziekenfondsverzekerden en particulier verzekerden verviel.

Overigens valt nog steeds op, op de kaart van Nederland met de marktleiders per gemeente, dan er in die negentien jaar nog niet zo heel veel veranders is. CZ is dominant, nog altijd, in Brabant en het grootste deel van Limburg, VGZ in het Rivierengebied, Noord-Limburg en Noord-Holland. Verder valt niet anders te concluderen dat Menzis vooral Gelders en Gronings van aard is en dat Achmea de belangrijkste partij is in de rest van het land, zeg maar van Dokkum via Utrecht naar Volendam.

Sinds 2014 is ruim 58 procent van de mensen niet overgestapt. Ruim vijf procent deed dat vier keer of vaker 

Achmea is de grootste verzekeraar, met 5,3 miljoen verzekerden, gevolgd door VGZ met vier miljoen en CZ met 3,8 miljoen aangesloten Nederlanders. In Maassluis is Achmea achter DSW nummer twee. 

Opvallend in de cijfers van Vektis is dat DSW in geen van de Nederlandse gemeenten de een na grootste verzekeraar is.

De grootste groeispurt maakte ASR - dat ruim reclame maakt - door. Het kreeg er bijna twaalf procent bij. Ook Salland, een kleine verzekeraar, groeide flink, met bijna tien procent. Net als Menzis, dat 5,7 procent groter werd. Dat ging vooral tegen koste van CZ, Ohra en Zorg en Zekerheid en enkele kleinere verzekeraars.

Het marktaandeel van DSW en Stad Holland is tussen 2006 en 2025 gegroeid van 2,4 naar 4,4 procent van de Nederlandse verzekerden.